Slim verduurzamen

WAAROM VERDUURZAMEN
Verduurzamen is een actueel onderwerp sinds de energieprijzen de afgelopen jaren sterk zijn gestegen. Daar waar jaren enkele geleden nog 5 eurocent voor een m3 gas betaald moest worden, is de gasprijs inmiddels gestegen tot rond de 1,25 euro. Voor elektriciteit zijn de prijzen eveneens toegenomen, maar minder in vergelijking tot de gasprijzen. Door de hogere energierekening is zinvol te kijken welke mogelijkheden er zijn om de energierekening te verlagen, door middel van verduurzaming.
Bij het verduurzamen is het belangrijk te weten dat niet alle maatregelen, die op de markt worden aangeboden even effectief zijn. Dit artikel zal ingaan op een aantal mogelijkheden voor energiebesparing en welke effecten dat kan hebben op het energielabel van de woning. De effecten van maatregelen zullen bepaald worden aan de hand berekeningen op basis van een aantal type woningen van verschillende bouwjaren. Het verduurzamen van een woning kan op een aantal manieren namelijk het verbeteren van isolatie en het verbeteren van de installaties.
Het verbeteren van de isolatie ofwel de eigenschappen van de thermische schil van de woning kan plaatsvinden voor:
- de buitengevel (1)
- het dak (2)
- de vloer (3)
- de ramen (4)
Bij het verbeteren van de installaties kan plaatsvinden door het vervangen van:
- vervangen van CV ketel, voor nieuwe CV ketel, vervangen naar warmtepomp (hybride / AE) (6/7)
- vervangen mechanische ventilatie, voor een nieuw model (energiezuinig / Co2 meting etc (6/7)
- het plaatsen van zonnepanelen (5)

Woning typen
Om het effect van de verduurzamingsmaatregelen te onderzoeken zijn een aantal typen woningen (fictief) onderzocht te weten:
- tussenwoning
- hoekwoning / twee onder een kap
- vrijstaande woning
Daarbij zijn per type drie verschillende jaartallen genomen namelijk een woning uit 1963, een woning uit 1985 en tenslotte een woning uit 1995. Voor de 3 verschillende bouwjaren zijn min of meer dezelfde maatregelen getroffen of te kijken wat het resultaat is voor de energiebehoefte en het aandeel fossiele energie en daarmee het energielabel
Energielabel per woningtype en bouwjaar
In de volgende tabel zijn de drie woningtypen weergegeven met daarbij het energielabel per bouwjaar, zonder dat er verduurzaming maatregelen zijn getroffen. Zo hebben de tussenwoningen uit 1963/1985/1995 een energielabel C. Door het lage verlies oppervlak van een tussenwoning is het energielabel direct al aanzienlijk beter dan bijvoorbeeld een vrijstaande woning van hetzelfde bouwjaar.
Vanaf 1985 zijn de energielabels gelijk. Wel zit er verschil in de onderliggende resultaten, maar de verschillende woningtypen vallen wel in dezelfde labelklasse

Uitgangspunten
De gekozen woningtypen in het onderzoek zijn gelijk qua woonoppervlakte, hebben dezelfde oriëntatie (achterzijde naar het zuiden), hebben dezelfde breedte, diepte, hoogte en dak helling, evenals ramen en deuren op voor of achterzijde. Voor de hoekwoning zijn extra ramen geplaats aan de zijkant. Voor de vrijstaande woning zijn extra ramen aan beide zijkanten opgenomen.
Bij elk woningtype zijn voor elk bouwjaar verschillende maatregelen genomen. Op deze wijze kan bepaald worden welk effect de maatregelen hebben op de energiebehoefte (EP1) en het aandeel fossiele energie (EP2) en daarmee het energielabel.
Het energielabel is direct afgeleid van de EP2 waarde. De EP1 waarde is met name afhankelijk van de thermische schil. Alle isolatie maatregelen hebben meer of minder effect op de EP1 waarde. De EP1 waarde is dus een maat voor de isolatie van de woning. De EP2 waarde wordt bepaald door de bijdrage fossiele energie, die nodig is om de woning te verwarmen (of beter gezegd te klimatiseren) op basis van de thermische eigenschappen, verlies oppervlakte, ventilatie maar ook op basis van het rendement van de verwarming en aanwezigheid van zonnepanelen.
Resultaten samenvatting maatregelen verduurzamen
In de onderstaande tabel is een samenvatting gegeven van het onderzoek. De onderliggende details zijn verderop weergeven. Uit de tabel is af te leiden dat een tussenwoning uit 1963 zonder maatregelen al een energielabel C heeft. Maatregel I te weten vloerisolatie, gevel isolatie en vervangen van de beglazing naar HR++, heeft geen beter energielabel tot gevolg. Indien ook het dak wordt geïsoleerd wordt, zal het label één stap stijgen te weten energielabel B. Indien er bij maatregel II ook nog zonnepanelen worden toegevoegd (maatregel III) wordt het label nog een stap beter te weten energielabel A.
De effecten van verduurzaming zijn minder groot naarmate de woning jonger is en al betere isolatie heeft. Bij de hoekwoning zien we nog een opmerkelijke situatie bij maatregel III, de woning van 1985 krijgt een beter label dan de woning uit 1995. Dit komt omdat er in de woning van 1985 geen mechanisch ventilatie is toegepast, terwijl dit wel het geval is in de woning van 1995. De woning van 1995 verliest namelijk meer warmte door de toepassing van de mechanische ventilatie. Indien de mechanische ventilatie zou worden vervangen voor een nieuwe model (eco model) met evt. zogenaamde ZR-roosters, dan kan deze fictieve woning wel een energielabel A bereiken
Voor de vrijstaande woningen leiden dezelfde maatregelen niet altijd tot dezelfde verbeteringen in vergelijking tot de tussenwoning of de hoekwoning. De oorzaak is gelegen in het feit dat een vrijstaande woning veel meer verliesoppervlak heeft.

Conclusies
Uit het onderzoek kunnen we de volgende conclusies trekken:
- Ook oudere woningen zijn met verduurzaming maatregelen te verbeteren voor energiebehoefte en energielabel, naar het niveau van woning van bouwjaar 1995.
- Niet elke maatregel is even effectief, extra isoleren van het dak levert meer op dan het isoleren van de vloer (de huidige eisen maken geen verschil voor het warmteverlies bij toepassing van vloerverwarming, terwijl het verlies wel groter is. In de toekomst wordt een wijziging verwacht van de ISSO / NTA-8800 op dit punt)
- Het aanpassen van de ramen van DG naar HR++ levert niet per definitie een beter label op. Dit geldt overigens voor alle enkelvoudige aanpassingen. Hoe meer maatregelen, des te groter de kans op verbetering van het energielabel en verlaging van het energieverbruik.
- Het energielabel wordt bepaald uit de EP2 waarde. Deze EP2 waarde wordt sterk beïnvloed door het toevoegen van zonnepanelen. In een aantal voorbeelden is te zien dat met alleen zonnepanelen al flinke stappen gemaakt kunnen worden met de verbetering van het energielabel.
- Dit onderzoek is met drie fictieve woningtypen uitgevoerd. Indien de woningen gewijzigd worden voor vormfactor (compactheid) dan zullen de omslagpunten wijzigen.
- Het onderzoek laat zijn dat de maatregelen leiden tot verbetering van de EP1 en/of EP2 waarden, maar niet altijd tot een beter label. De energielabel kennen voor elke stap een bepaalde bandbreedte. Een woning met een EP2 waarde van 190,1 kwH/m2/jr krijgt label C. Indien de EP2 waarde 0,1 lager is krijgt de woning label B. Het is dus ook belangrijk naar de getalwaarde te kijken.
Disclaimer
Het onderzoek geeft inzicht in het effect van maatregelen en zijn uitgevoerd op fictieve woningen. In de praktijk verschillen de woningen t.o.v. de fictieve woningen. In de praktijk zal een maatregel in de berekening een ander resultaat opleveren met gevolg dat eerder of later een omslagpunt wordt bereikt. Om precies te bepalen wat het effect van maatregelen op een woning is, zal de woning opgenomen en doorgerekend moeten worden. Voor elke maatregel of combinatie van maatregelen kan vervolgens eenvoudig berekend worden wat het effect is op de EP1 en EP2 waarde en daarmee het energielabel.
Energielabel Salland kan dit uitrekenen en waarmee keuzen voor verduurzamen en de effecten van de maatregelen beter te voorspellen zijn.
Aan dit onderzoek kunnen geen rechten worden ontleend.
In het navolgende deel zijn de onderliggende details te vinden die gebruikt zijn voor het onderzoek
Isolatie eisen Bouwbesluit 1965-1992

Over de jaren is een verbetering van de Rc-waarden zichtbaar. Vanaf 1979 wordt dubbele beglazing voor de woonvertrekken vereist en vanaf 1992 eveneens voor slaapkamers.
Isolatie eisen Bouwbesluit 1992-2021

De Rc-waarde zijn tussen 1992 en 2012 onveranderd gebleven. Vanaf 2012 zijn de Rc-waarden verder verzwaard. In de periode 1995- 2006 is de eis voor Energie Prestatie Coeficiënt wel verhoogd
Detail overzichten
Berekening TUSSENWONING 1963

Toelichting
Aan de linkerzijde zijn de Rc waarden (0,15/0,19 etc.) weergegeven van een niet verduurzaamde tussen woning uit 1965. Voor het glas is voor de verdieping “enkel glas” (EG) en voor de begane grond “dubbelglas” (DG) opgenomen. Vaak is het glas in de jaren al een keer vervangen voor dubbelglas. De oorspronkelijke verwarming (CV) is in de loop van de jaren eveneens vaak vervangen voor een HR-107 versie. Het tapwater wordt geleverd door de CV. Het type ventilatie is “natuurlijke ventilatie”.
Uit de berekening volgt een label C, de berekende waarde voor EP1 en EP2 zijn resp 161 en 222 kw/jr/m2.
In de kolommen met maatregelen zijn voor,
cluster links:
- vloerisolatie met totale RC=3,0 aangebracht
- gevel isolatie toegepast o.b.v. spouw breedte 6 cm
- ramen vervangen voor HR++
cluster midden:
- maatregelen cluster links
- dakisolatie tot RC= 3.1
cluster rechts:
- maatregelen midden
- 8 zonnepalen.
Resultaten:
Maatregelen cluster links leveren een verbetering op maar geen stap in een beter energielabel
Maatregelen cluster midden leveren een verbetering op in energielabel namelijk B
Maatregelen cluster rechts leveren een verbetering op in energielabel namelijk A
Conclusie, niet alle maatergelen leveren direct een beter energielabel op, Indien alle genoemde maatregelen worden getroffen kan het energielabel verbeterd worden van energielabel C naar energielabel A
Berekening TUSSENWONING 1985

Toelichting
Aan de linkerzijde zijn de Rc waarden (1,3 1,3 etc.) weergegeven van een niet verduurzaamde tussen woning uit 1985. Voor het glas is voor de verdieping en de begane grond “dubbelglas” (DG) opgenomen. De oorspronkelijke verwarming (CV) is in de loop van de jaren eveneens vaak vervangen voor een HR-107 versie. Het tapwater wordt geleverd door de CV. Het type ventilatie is “natuurlijke ventilatie”.
Uit de berekening volgt een label C, de berekende waarde voor EP1 en EP2 zijn resp 111 en 186 kw/jr/m2.
In de kolommen met maatregelen zijn voor,
cluster links:
- vloerisolatie met totale RC=3,3 aangebracht
- gevel isolatie toegepast o.b.v. spouw breedte 8 cm
- ramen vervangen voor HR++
cluster midden:
- maatregelen cluster links
- dakisolatie tot RC= 3.1
cluster rechts:
- maatregelen midden
- 8 zonnepalen.
Resultaten:
Maatregelen cluster links leveren een verbetering op naar een beter energielabel B
Maatregelen cluster midden leveren een geen verdere verbetering op in energielabel
Maatregelen cluster rechts leveren een verbetering op in energielabel namelijk A.
Conclusie, niet alle maatregelen leveren direct een beter energielabel op, Indien alle genoemde maatregelen worden getroffen kan het energielabel verbeterd worden van energielabel C naar energielabel A
Berekening TUSSENWONING 1995

Toelichting
Aan de linkerzijde zijn de Rc waarden (2,5 2,5 etc.) weergegeven van een niet verduurzaamde tussen woning uit 1995. Voor het glas is voor de verdieping en de begane grond “dubbelglas” (DG) opgenomen. De oorspronkelijke verwarming (CV) is in de loop van de jaren eveneens vaak vervangen voor een HR-107 versie. Het tapwater wordt geleverd door de CV. Het type ventilatie is “mechanische ventilatie”.
Uit de berekening volgt een label C, de berekende waarde voor EP1 en EP2 zijn resp 101 en 196 kw/jr/m2.
De EP2 waarde is wat slechter geworden door de “mechanische ventilatie. Door de afvoer van warmte voor de mechanische ventilatie vraagt de woning meer energie (EP2) t.o.v. de woning van 1985, ondanks dat de isolatie beter is geworden.
In de kolommen met maatregelen zijn voor,
cluster links:
- vloerisolatie met totale RC=4,8 aangebracht
- (gevel niet verder geïssolleerd)
- ramen vervangen voor HR++
cluster midden:
- maatregelen cluster links
- dakisolatie tot RC= 4,9
cluster rechts:
- maatregelen midden
- 8 zonnepalen.
Resultaten:
Maatregelen cluster links en midden leveren een verdere verbetering op in energielabel (B)
Maatregelen cluster rechts leveren een verdere verbetering op in energielabel namelijk A.
In de meest rechte kolom worden geen isolatiemaatregelen toegepast, maar wel zonnepanelen aangebracht. Ook alleen deze maatregel levert een energielabel A op. Alle isolatie maatregelen zijn voor de verbetering van energielabel naar A niet nodig. Uiteraard leveren de isolatie maatregelen wel een reductie van energiekosten op maar het effect is niet zo groot omdat de woning uit 1995 al aanzienlijk beter is geisoleerd t.o.v. de tussenwoning van 1963.
Onder de kolommen is nog een extra berekening uitgevoerd. In deze situatie wordrt de mechanische ventilatie vervangen voor een nieuwe versie (eco) in combinatie met zgn ZR roosters in alle verblijfsruimten. In dit geval dat er minder warmte verloren kaan door ventilatie en eveneens minder vermogen door de ventilator worden gebruikt. Dit levert in combinatie met de maatregelen die uitgevoerd zijn kolom links, midden en rechts nog een extra besparing op van de EP1 en EP2 waarden, maar niet van de verbeteringen in het nieuwe energielabel
Conclusie, niet alle maatregelen leveren direct een beter energielabel op, Indien alle genoemde maatregelen worden getroffen kan het energielabel verbeterd worden van energielabel C naar energielabel A
In de volgende overzichten zullen de details worden weergeven van de hoekwoning en de vijstaande woning voor de bouwjaren 1963-1985-1995.
Berekening HOEKWONING 1963

Berekening HOEKWONING 1985

Berekening HOEKWONING 1995

Berekening TUSSENWONING 1963

Berekening TUSSENWONING 1985

Berekening TUSSENWONING 1995

Berekening VRIJSTAANDE WONING 1963

Berekening VRIJSTAANDE WONING 1985

Berekening VRIJSTAANDE WONING 1995
